Fotoreportage: klik op de foto en klik in nieuwe scherm op 'diavoorstelling'.
Neem Sao Paulo, heel daar de antieke en ook de imposante gebouwen uit. Verwijder vervolgens de grote wegen en schuif de boel naar elkaar tot de straten nauw worden, en je hebt Goiania. Niet zo groot als Sao Paulo, maar wel zo onfris en claustrofobisch.
Zoals menige Braziliaanse stad heeft het geen geen historische ziel, en het heeft ook niet de spirit van een ambitieuze, moderne stad. De stad is een oneindige wirwar van smalle straten die kriskras dooreen liggen, want de stad is zonder plan, als een gezwel gegroeid. Er is geen straatleven, geen avondleven. Wel chique appartementen waar families samenkomen en hun auto in de parkeergarage zetten, en grote clubs waar in het weekend feesten zijn.
Maar Landroverbezitters rijden er toch niet in een wijde boog omheen. Want er zijn twee wijken waar van alles gebeurt op het gebied van autohandel en –onderhoud. Daar zijn allerlei winkeltjes en werkplaatsen waar alles te regelen is. Goiania is per capita de no.1 in Brazilie op het gebied van autohandel. Ter illustratie: onze landrover garage verkoopt per maand 10 Freelanders/Discoveries. Per stuk R$ 250.000 en daar koop je hier 5 huizen voor.
De vrienden van Claudia, Remulo en Iris, hebben een Landrover. Hij is rally liefhebber en nauw betrokken bij de Rally dos Sertoes. Hij woont in Goiania (inmiddels in Palmas trouwens) en kent het op zijn duimpje. Dus hij heeft ons een dagje geholpen. Grover is opgelapt. Nog dit jaar moet ze weer een keer.
Goiania is meer dan 1000 km zuidelijk van Palmas. We besloten de mooie route te nemen. Dus niet over de grote BR153 Rio-Belem snelweg, maar via de oostelijkere route. Zonder vrachtwagens en nare snelweg-steden. De toeristische route is prachtig en passeert drie natuurparken: Jalapao, Veadeiros en Terra Ronca. We besloten het Veadeiros park in te gaan, want dat ligt een uurtje vanaf de weg. We zijn er alleen maar even ingereden en overnacht, maar het was voldoende om te zien dat je er een paar dagen moet blijven om meerdaagse wandeltochten te maken. Het gebied is heel erg mooi, met prachtige planten en bloemen.
In Goiania sliepen we bij Claudia’s zus Carla. Een ruim appartement met zwembad etc, centraal in Goiania. De moeder van Claudia was er al, want die nam een maandje vakantie. Wij hadden Isabella mee, dochter van Claudia’s broer.
We hebben flink rondgetoerd in de stad. Veel winkels bekeken, want in Palmas is het nog het wilde westen. Er is hier duidelijk meer en de prijzen zijn er 10 tot soms zelfs 50% lager.
Ook hier zijn Juninha feesten. Een feest met volksdansen op Braziliaanse muziek. Op een van de fotos zien we Carla’s zoontje (1 van de 3) op de Festa Juninha van school. Het andere feest werd georganiseerd door Claudias tantes. Daar was een professionele dansgroep van 32 dansers. Veel familie, veel eten en drinken, en uiteraard dansen.
In het weekend hebben we de bus gepakt van Goiania naar Pontalina. De bus stopt in elke wijk en doet uren over de 100km. Langer dan gepland, en Peter stond dan ook al een uur te wachten om ons op te pikken. Maria komt uit Pontalina en haar familie woont daar. Het is een groot dorp in het glooiende landschap van de staat Goias. Goias is een prachtige staat met mooie landerijen en slingerende weggetjes.
Peter en Maria hebben een mooigelegen huis gebouwd van flink formaat. Degelijk (Er zijn in Brazilie weinig natuurrampen, maar het huis zou ze allemaal weerstaan.) en schijnbaar gebouwd volgens plan, maar ik me herinner dat er ook een zwembad gepland was. Affijn, gezellig bijgebabbeld, gedronken, uitgegaan, laatgemaakt etc. En nog naar een religieus feest gegaan in een dorp verderop. Daarna met zijn allen weer naar Goiania. Nog een dagje geshopt met Peter en Maria en een uitgebreide en heerlijke lunch gehad bij vrienden van Maria.
Op de terugweg naar Palmas wilden we nog naar het mooie oude stadje Pirenopolis. Ook om ons te informeren over eventuele leveringen van natuursteen waar het stadje bekend van is. En zo geschiedde.
En toevallig was het ook niet ver om te rijden naar een kattenopvangboerderij. Onca’s en puma’s heb ik het dan over.
Het landschap waar wij wonen wordt hier ‘cerrado’ genoemd. Dat noemen wij savanne. De cerrado heeft 33% van de Braziliaanse biodiversiteit. Dat zegt dus wel wat. Maar anders dan de Afrikaanse savanne waar (volgens verhalen) onmiddellijk leeuwen, olifanten, jachtluipaarden, zebras, giraffen etc tegen je Landrover staan te schurken, zie je hier weinig andere beesten dan koeien en paarden. Om wild tegen te komen moet je je best doen. En de kans dat je wilde katten tegenkomt is nul. Dus na een avondje googlen toevallig op een kattenreservaat gestuit, niet ver van Brasilia. Een ruige rit om er te komen, maar erg de moeite en ik heb uiteraard genoten van de katten. Ik mocht niet in de kooien. In het geval van de grote jaguars zou ik het ook niet doen. Ze springen nogal (uit speelsigheid), en dan staan ze tegen het hek op. Oog in oog met mij, twee meter lang.
Vervolgens kwamen we aan in Brasilia. Brasilia is erg planmatig opgezet en vooral ruim. We moesten 40km door de stad rijden om de juiste wijk te vinden, waar we bij kennissen van Claudia gingen slapen. We waren al eens een dagje langs de beroemde gebouwen geweest in het centrum. Het is een stad uitsluitend en alleen om geld te verdienen, zeggen ze hier. Het ergste voor ons was dat ze geen borden hebben (en wij geen kaart of gps). Stel je voor, het is inmiddels donker, in een stad zo groot als Almere tot en met Lelystad, met een aantal snelwegen waar je steeds vanaf moet om in een wijk te gaan vragen waar je bent en heen moet. En het was er ook nog eens koud en winderig. Bar en boos, voor mensen die uit Palmas komen. Om het nog erger te maken: op de terugweg naar Palmas zijn er wel borden, maar het was donker en we waren doodmoe. Het bordje ALMAS zagen we voor PALMAS aan. Is echter ander stadje. Weer 80 km terugrijden dus.
We zullen nog wel eens terugkomen in Brasilia, want het is dichterbij dan Goiania.