











Brazilie heeft weinig treinen. Onbegrijpelijk. Maar binnenkort is de verbinding klaar tussen noord en zuid. Dwars door Tocantins heen. De stukken land zijn opgekocht en de mannen zijn heuvels aan het kloven en dalen aan het vullen met een spoordijk. Iemand van het Seplan (ministerie van plannen) nodigde ons uit op een forum in Colinas, 3 uur rijden ten noorden van Palmas. Wij erheen, want we zouden interessante mensen ontmoeten. Het forum was een sof. Een lokale bijeenkomst met een politiek tintje. De ingenieur van Valdec, het bedrijf dat het miljardenproject leidt, was niet erg vlot. Hij werd de hele tijd van zijn sokken gekletst door een commerciele jongen van Valdec, die stukken grond langs de goederenstations wilde verkopen. Nadat we het niet duidelijk konden maken aan de jongen dat we hier kwamen om mensen te ontmoeten, gaven we het op en zeiden dat we de hele spoorlijn wilden kopen. Geen probleem en hij noemde ons de prijs.
Daarna reden we naar de familie van Claudia, 50km verderop in Nova Linda. Allerminst mijn lievelingsdorp, maar wel de gelegenheid om de boerderij van de schoonfamilie van Claudia's nicht te bezoeken, 50km oostwaarts. Beloven we al jaren. Er zijn daar visvijvers, een plek waar gefossileerde boomstammen liggen en de mannen van de spoorlijn zijn er aangekomen!
Na een slechte nacht vroeg op en op pad. Op foto een kasteel van termieten. Onderweg begint het te regenen. De eerste regen hier. De visvijvers liggen erbij als sawa's. De grootste vissen wegen 15kg. Ze worden verkocht in de omgeving. En sommige opgegeten door alligators die hierheen sluipen uit een nabijgelegen rivier. Ik zag twee kleintjes in de sawa.
Er is een boerderij en die nacht is er een koe aan komen lopen en vervolgens omgevallen. Ze heeft haar poten verbrand aan een grasbrand. Het lijkt wel of de halve provincie in brand staat. Het is uiteraard niet best met de koe en ze lijdt. Ze zal doodgaan vertellen de Brazilianen hier. Ze weten niet wat ze doen moeten. Ik ook niet. Ik weet ook niet wat ik denken moet. Het beeld van de ellende van de koe raak ik niet meer kwijt.
We gaan naar de spoorlijn, waar tevens de vindplaats is van de fossielen. De Naturatins (off. instantie) heeft bordjes geplaats bij de vindplaats, om roof te voorkomen. Dat neemt niet weg dat de spoorwegbouwvakkers de grootste en mooiste stukken hebben laten verdwijnen. Maar ik wil er toch naar toe om in ieder geval een paar stukjes mee te nemen.
Het gebied hier is bekend om de gladde klei. En dat zullen we weten.
We komen bij de spoorbaan, waar alleen de ondergrond klaar is. Van bielzen e.d. is niets te zien. Wel rijden een 2tal km over de baan, en precies als we over een 12m hoge dijk rijden ben ik alle grip kwijt. Gladder dan ijs. Om de wielen zit een laag klei. De dijk ziet er helemaal niet glad uit, alleen nat van de verse regen. In een sinuscurve glijden we 100m door over de dijk, steeds op enkele meters van de rand.
Als het niet Grover was geweest hadden we naar beneden gebuiteld. Ik ben welk vaker aan het slippen met Grover, en weet dat je met heel licht ingrijpen een heel eind komt.
Stapvoets gaan we verder, komen de werkmannen tegen, en stoppen bij de vindplaats. Het is te zien dat alle grote brokken zijn weggehaald. Een komplete boom hebben ze weggehaald. We laden wat brokken (ook stenen met rare vormen) in en vertrekken. Mijn doel was een stronk, maar die was onvindbaar.
Op de terugweg zien we een grote Guatimundi (na een uurtje googlen denk ik dat het die is) hoog in een boom. Hij schrikt en laat zich uit de boom vallen. Een flinke plof ( want hij is toch van formaat hond) en hij rent weg. Even later stoppen we langs een Caju (cashew) experiment. Bij een boerderij hebben ze allerlei soorten geplant. Net als Pequi, zijn Caju rijp aan het eind van het droge seizoen. Pequi iets later, nadat de eerste regenbuien gevallen zijn. Ik heb nog nooit zo lekkere Caju gehad. De paprika vormige vruchten lijken wel sapzakken. Ik kan bijna niet stoppen met plukken en drinken. Het sap heeft iets van appelsap, en soms van druivensap. Altijd heeft het iets aromatisch, zoals rozenwater en lychee. En je herkent er iets in van de cashewnoot. We nemen er honderden mee naar huis voor sap en compote. Het aromatische vervliegt heel snel, dus je moet ze eigenlijk direct van de boom opslurpen. De noten gooien we weg want het schijnt lastig en bewerkelijk te zijn om ze goed en lekker te krijgen.